donderdag 29 april 2010

Zelfkennis


Opruimen werkt verslavend.
Vandaag als een wervelwind door mijn inloopboekenkast gegaan. Hoognodig, want de tijd dat de boeken alleen nog maar rechtop tussen boekensteunen stonden ligt ver achter mij. Intussen lagen er boeken achter de rijen, dubbeldik er bovenop en mocht ik ooit op het idee komen een boek ter hand te nemen, lagen er, hoe voorzichtig ik het ook pakte, gelijk een stuk of zes op mijn voeten.

Verzamelzucht, zo kan ik mijn boekenliefde wel omschrijven. Ik kan er een huis van bouwen, wat zeg ik, minstens twee verdiepingen. Er zat niets anders op, dat alle planken leeg te halen en boek voor boek aan een objectief oordeel te onderwerpen.

Ik weet nog precies wanneer ik waarom welk boek heb gekocht. Ook het gevoel dat een boek mij gaf: ontzag, nieuwsgierigheid, kennisvergaring, studeren, lui lezen of bevestiging.
Het opruimen gaf zoveel zelfkennis. Een boek dat ik eens dolenthousiast kocht, vroeg ik me vandaag vanaf wat ik er nu eigenlijk zo geweldig aan vond.

De boekenrij werd mijn ontwikkelingscurve want wat ben ik toch veranderd in de loop der tijd. Sommige boeken hebben me niets meer te vertellen omdat ik hun kennis eigen heb gemaakt, andere boeken spreken niet langer tegen mij omdat ik me niet met de inhoud kon vereenzelvigen, bepaalde boeken waren te gedateerd en, de rode draad, zijn de aloude boeken die gewoon weer op de planken staan, omdat ik ze zeker nog voor de dertigste keer zal lezen. Mijn lifeline.

Ik kan oeverloos genieten van de geur van drukinkt, het geknisper van de bladzijdes van een nieuw boek, hoe soepel het in de hand ligt en het ik-ben-bijna-jarig-gevoel omdat ik nog niet weet wat het boek mij gaat geven.
Er zijn boeken waar ik één mee geworden ben en er zijn boeken die zelf gedegradeerd zijn tot boekensteun.... maar boeken zorgen ervoor, dat ik dubbel leef.

De kast of liever gezegd mijn kleine kamertje zonder raam is zo weggelopen uit een modelwoning.
Zelfkennis zeker, loop langs de titels van iemands boekenkast en je leest een biografie, heel intiem eigenlijk dat mijn persoonlijke Zijn gevat is tussen twee Hello Kitty boekensteunen.

Het is nog helemaal ongewis, maar ik kan niet wachten om er achter te komen waarmee de opengevallen plaatsen op de planken in de komende tijd mee gevuld worden. Ik laat me door mezelf verrassen.

dinsdag 27 april 2010

Maan & schijn


Wat vraag je je af als je naar de maan kijkt?
Wat vraag je je af als alles anders lijkt?
Is het echt wat je ziet
of gaat alles door schijn teniet?

De wereld is gesluierd in blauw licht
bomen lijken mensen en mensen slechts schimmen
je denkt iets te horen, een deur slaat dicht
je schrikt en probeert je hartslag te dimmen.

Je voelt je plots zo alleen en nietig
als je met je ogen het heelal langs gaat.
Steeds dieper in jezelf voel je je verdrietig
Niets is meer belangrijk je stelt een daad
door uiterst secuur een wens te formuleren
en terwijl je deze naar de maan toe denkt
herinner je je al die andere keren
dat dromen uitkwamen omdat de maan schenkt.

Angst maakt plaats voor hoop en je glimlacht
je voelt je geliefd en geleid
alsof er ergens iemand op je wacht
een oplichtende ster haalt je terug in de tijd
Je loopt je huis binnen
om met dromen te beginnen.

Wat is tijd?


Tijd is een rariteit. Je kunt soms zoveel doen in korte tijd dat je het zelf niet geloofd. Overtuigd dat je bent van het feit, dat de batterij van je klok vast en zeker leeg begint te raken. Tijd gaat soms ook helemaal niet voorbij, hoe langer je naar de klok staart hoe stiller die blijft staan. Positief gezien heb je dan een zee van tijd. Er gaat ook praktisch gezien veel tijd op aan wachten: bij de kassa, op de trein, aan de telefoon waar "er nog 4 wachtenden voor u zijn" of bij het loket om je paspoort te verlengen.

Tijd is in het leven geroepen om alles in de buitenwereld ordentelijk te laten verlopen, agenda's te kunnen trekken, salaris op af te rekenen en te voorkomen dat 2 trams elkaar frontaal tegenkomen.

Er gaat ook tijd voorbij die onnodig ongebruikt uit je handen glipt: het "wachtkamergevoel". De situaties waarin je jezelf vrijwillig in de denkbeeldige wachtkamer zet en vaak ook nog anderen voor laat gaan. Je durft een confrontatie niet aan, je wacht op een reactie van iemand waar je verliefd op bent, je wilt schrijver worden maar je bent bang voor reacties van de buitenwereld of je blokkeert jezelf omdat je geen initiatief durft te nemen. Voor je het weet raak je in een impasse.

Het is een heerlijk gevoel om te beseffen, dat er ook een plaats is waar tijdloosheid werkelijk bestaat: in jezelf. Daar is geen klok, geen tijd. Je hebt dan pas echt een zee van tijd. Je merkt dat het duidelijkst als het gaat om herinneringen. Je bent in 0 seconden weer terug op je verjaardagsfeestje toen je 6 jaar werd, je voelt je weer even trots als toen je je diploma haalde of je ruikt de geur van de veldbloemen die je altijd voor je moeder plukte.

In onze hectische maatschappij waarin alles meer moet zijn is terugkeren in die tijdloosheid vaak de enige remedie om weer energie op te doen en tot rust te komen. We moet meer werken, meer presteren, meer materiële zaken verzamelen en aan meer verplichtingen voldoen.

Wat een troost om te weten dat de mooiste kado's van het leven gratis zijn. Ga eens opzoek naar die stilte plek in jezelf. Je komt daar tot veel meer ontdekkingen over wat je echt wilt, wie je bent, hoe je je leven het gelukkigst ervaart, maar ook oplossingen voor een gemis in je leven, een praktisch probleem of innerlijke blokkade.

"Dolce far niente", zalig niets doen is de grootste bron van inspiratie denkbaar. "Nietsdoen is des duivels oorkussen" is een heel bekend gezegde. Dat hoofdkussen laten we dan ook daar, want een duiveltje is altijd bezig onrust te stoken en heeft geen tijd om te nietsnutten. Wij zijn opzoek naar het tegendeel: rust wat je creëert juist door eventjes helemaal niets te doen en niets te moeten. Het geeft overzicht, inzicht in waar je mee bezig bent en het gevoel dat je leeft. Je hebt weer erg in de kleine schoonheden van het leven als je een wolk volgt of de kat aait.

Gun jezelf 10 minuten dagelijks plafond kijken en je zult verbaasd staan wat dat allemaal voor goede ideeën en wijsheden oplevert.
Laat ik er dan maar gelijk een ander gezegde tegenoverstellen: Het Niets is een beschermenengel.
Zij beschermt je tegen overbelasting, afdwalen van jezelf, overhaaste beslissingen, miskopen, jezelf negeren, andermans verantwoording op je nemen en niet durven geloven in je eigen talenten.

Je innerlijke twijfel ontstaat vaak op momenten dat op je ene schouder het innerlijke duiveltje zit dat je continue in de voor jou onjuiste verleidingen brengt ('koop toch die auto!) en op je andere schouder het engeltje dat het beste wil voor jou en jouw ontwikkeling ('Je creëert geldtekort'). Als je stil bent kan je ze bijna horen ruzie maken. Aan jou dan de eervolle taak een compromis te sluiten waarbij je innerlijke tevredenheid het grootst is.
Vanzelf komt dan de andere mogelijkheid die de tijd figuurlijk ook heeft: de tijd stil willen zetten.

Doe het maar, intussen draait de wereld gewoon door. Neem de tijd, beschouw de tijd, denk over de tijd, ga terug in de tijd, plan je tijd, vergeet de tijd maar bovenal weet dat de enige tijd die je echt bezit dit moment is.

Na het nietsdoen zeg je dan vol overgave: 'ik ben weer helemaal bij de tijd'.

maandag 26 april 2010

Zon-depressie


Ieder mens is uniek, over een wonder gesproken. Precies dat maakt de mensheid zo mooi. Hoe je ook om je heen kijkt, mensen kijkt als je met mooi weer op een terrasje zit of rondkijkt op je werk, je treft nooit twee precies dezelfde mensen aan. Zelfs broers en zussen en tweelingen zijn verschillend, daarbij alleen nog op het uiterlijk gelet.

Karakters kunnen op veel punten overeenkomen, ook vrienden trekken elkaar aan door gelijke gewoontes of interesses, maar ergens blijven er altijd verschillen bestaan. Het is zelfs de reden dat we verliefd worden, omdat juist die verschillen de ander zo boeiend, interessant en inspirerend maken.

Vaak wordt het helaas als een verwijt gezegd: 'waarom moet jij altijd zo anders zijn?' We bedoelen dan te zeggen, dat iemand niet bij een groep past, anders is dan hoe jij het graag ziet. Maar we verdwalen zelf ook in de grijze massa zodra wij ons niet meer kunnen onderscheiden van die ander. Zou iemand niet anders zijn dan jij, is er geen verschil meer en verliest een mens de mooiste eigenschap die hij heeft: uniek of anders zijn. De grondslag voor aantrekkingskracht is er dan ook niet meer.

De uniciteit is wat mensen onderscheidt van ander leven, juist daarom is het vreemd dat we zo snel ook de meest persoonlijke voor- en afkeuren, smaken, zelfexpressie en andere zaken gaan veralgemeniseren. Opeens geldt voor elk uniek mens hetzelfde, en als je je daar niet in kunt vinden, val je buiten de boot.

De zomer komt er weer aan en ja, natuurlijk vindt iedereen dat leuk. Iedereen kijkt uit naar de zomerse perikelen, krijgt energie van de zon en is er geen mooier seizoen denkbaar. Hoe kunnen alle mensen die ieder voor zich een onderscheidende persoon zijn nu opeens wel allemaal exact dezelfde voorkeur hebben? Veel mensen houden niet van de zomer, durven er niet voor uit te komen en passen zich ten koste van zichzelf aan. Het zijn je medemensen die houden van het donker, de winter en de binnen-huiselijke sfeer. Die helemaal geen energie krijgen van de zon, integendeel, die voelen zich van alle energie ontdaan, alsof de energie verdampt door de oplopende temperaturen.

Persoonlijk hoor ik bij die groep, een groep mensen met een antipathie tegen de zomer en soms kan het zo erg zijn, dat een zomerdepressie volgt. De zon haalt mijn energie weg, geeft vochtblaasjes op mijn huid, genereert verdriet en onmacht bij het vooruitzicht weer vele weken niet normaal te kunnen functioneren, omdat het te warm is te doen wat ik gewoonlijk leuk vind om te doen. Daarbij de extraatjes als hyperventilatie, misselijkheid en duizeligheid.

Ik mis mijn avonden enorm, want die blijven veel te lang licht. Om acht uur 's avonds wil ik het donker hebben, zo gezellig, kaarsen aan en knus op de bank. Maar nee, de lange avonden geven de onrust waar ik niet van houd, drukte buiten, herrie tot laat en vooral de barbecue, de geur alleen al.

Het heeft lang geduurd voordat ik het überhaupt durfde uit te spreken want het is toch wel heel raar dat ik niet van de zomer houd. Intussen ben ik er door veel contacten met andere mensen wel achter gekomen, dat het helemaal niet zo gek is, dat er zo'n beetje evenveel mensen zijn die niet van de zomer houden als mensen die niet van de winter houden.

Ik heb altijd het gevoel gehad er in de zomer niet bij te horen, als iedereen in de zon ging zitten, zat ik alleen in de schaduw. Het gevoel dat ik opeens van alles moest waar ik me heel vervelend bij voelde. 'Je blijft toch niet binnen zitten met dit mooie weer?!' Ja ik wel, omdat ik me daar het lekkerst voel. Ik hoef niet zo nodig van alles te gaan doen wat ik anders ook niet doe.

Mensen met een zomerdepressie zijn de weerberichtkijkers: elke dag dagtemperaturen opzoeken, plannen wanneer wat moet gebeuren voor het te heet wordt, kwaad en volkomen opstandig worden als er weer een dag voorbij is die onproductief geweest is en dan tot overmaat van ramp niet kunnen slapen.

De zomer is geweldig, maar niet voor mensen die het syndroom van Sjögren hebben of een zonneallergie, geef die de ijsklontjes maar. Mensen met een winterdepressie kunnen baat hebben bij lichttherapie, maar bij mensen met een zomerdepressie kan het licht niet uit.

Mensen zijn uniek, mogen dat ook zijn en ik ben al jaren heel trots op wie ik ben, ook al heb ik liever de winterkachel dan de zomerzon. Gelukkig blijft er in het leven nog zoveel geweldigs over dat niet seizoensgebonden is.
We hebben allemaal de zon nodig voor onze weerstand en vitamine D, maar dat ontvangen we ook als er een wolk voor zit. De zonnekracht is er altijd, ook middenin de winter. Laat mij dan maar het meisje van de maan zijn, van de nacht en de stilte. Rust.

Geniet van de zomer, doe ik ook op mijn manier en wat onze voor- en afkeuren ook zijn, ik lach toch wel als jij gelukkig bent.

zondag 25 april 2010

Handleesparty




Ik heb mijn hand laten lezen, alhoewel ik er heel sceptisch tegenover sta. Toch kreeg ik nerveuze kriebels in mijn buik van de spanning voor, ja waarvoor eigenlijk? Wat verwachtte ik eigenlijk? Mijn hand werd door de lezeres werkelijk liefdevol gepakt, maar dan, het voor mijn gevoel eindeloze mysterieuze staren naar mijn palm, waardoor er bij mij ook een soort van bewustzijnsvernauwing plaatsvond, mijn hele zijn bestond alleen nog uit hand.

'Ja, het is mij wel duidelijk', zei de vrouw langzaam en zwoel. Ik was gelijk terug uit mijn trance en op de toppen van mijn zenuwen.
In één klap was de kermissfeer weg toen zij plots zakelijk en in telegramstijl opsomde waar ik rekening mee kon houden. 'Je hoofdlijn staat volkomen op zichzelf, dus je bent niet sociaal, maar wel enorm verbaal ontwikkeld en communicatief.' Ze keek me strak aan terwijl ik in stilte toegaf, dat ze een punt had.

'Let u goed op de wijsheid van uw lotslijn.' Terwijl ze dit zei, prikte ze keer op keer scherp met haar wijsvinger in mijn palm, ik voel het nog. 'Uw levenslijn wijst op een lang en gezond leven, maar voor u hier enthousiast over wordt, dat heeft u ook wel hard nodig aangezien uw lotslijn aan het einde twee vertakkingen heeft.' Ze zweeg, alsof ze wel genoeg gezegd had, juist nu het echt interessant begon te worden.

Met grote vragende ogen keek ik haar aan. 'Mevrouw u moet goed beseffen dat u eigenlijk nooit lang bij een doel kan blijven, u verandert keer op keer van richting en interesses.' Ze zei het op zo'n manier alsof ik een standje kreeg. 'Is dat een probleem', vraag ik voorzichtig. 'Nee, u leeft alleen teveel in uw hoofd, u bent een einzelgänger.' Het laatste woord sprak ze uit alsof ze net in een citroen gebeten had.

Enigszins van mijn stuk gebracht, omdat zij toch geen persoonlijk oordeel hoort te geven over de te lezen handen, vraag ik brutaal: 'dat klinkt uit uw mond heel ernstig, moet ik me nu zorgen maken?' Als door een wesp gestoken worden haar ogen groot als schoteltjes en ze priemt weer met haar wijsvinger richting mijn hand. 'Meer informatie komt er voor u niet van boven naar beneden', zegt ze sloom, alsof ze inderdaad uit een andere dimensie komt. Mijn scepcis zwelt weer aan als ik antwoord: 'gelukkig maar, dan blijft het plafond tenminste ook op z'n plaats.'

Terwijl een kamer vol meiden rollen van het lachen rolt de lezeres met haar ogen. Verstoord kijkt ze me aan, draait zich om en pakt de hand van mijn buurvrouw op de bank. Het hele spel begint weer van voren af aan en ik moet zeggen, ik ga denk ik ook maar die mysterieuze blik oefenen, het maakt indruk kan ik je vertellen.

Ben ik wijzer naar huis gegaan dan na een parfum- of tupperwearparty? Jawel, het is leuk te weten dat iedereen lang leeft, dan kunnen we nog vaker party's organiseren. Daarbij doet iedereen meerdere dingen en als groep blijken we fantastisch (werd heel dramatisch uitgesproken) bijelkaar te passen. Mooie wetenschap, volgende keer een sieradenparty? Kunnen we vriendschapsringen uitkiezen.

De kunst is, om een en hetzelfde verhaaltje tautologisch te benaderen en bepaalde woorden te keren naar hun tegendeel. Mijn bankbuurvrouw was geen einzelgänger maar zeer sociaal, goede teamplayer en uiterlijk gericht.

Is je leven en je lot werkelijk uit je handen te lezen? Dan krijgt de uitdrukking "je hebt je leven in eigen hand" toch een heel andere betekenis. Je bent even de weg kwijt in je leven? Niet erg, sla je hand-boek open op de juiste lijn.
Een rustgevende gedachte dat zelfs de moeilijkste mensen toch met een gebruiksaanwijzing geboren worden. De psychologie kan hier voordeel uit halen.

Dames, geniet van je party's, het was verder echt heel erg leuk en de lezeres speelde haar rol voortreffelijk, inclusief gipsy kleding en vele rinkelende armbanden.
En toch, ik voel me nu pas echt bij-de-hand.

zaterdag 24 april 2010

Op een briefje


Ik zal het je op een briefje geven
geschreven in sierlijke kapitalen
hoe ik tranen van geluk huil
schrijven dat ik nu pas echt ga leven
hoge bergen en niet langer door dalen
nu ik onvrijheid tegen vrijheid ruil.

Ik schrijf het op een kassabon,
stukje oud karton of keukenrol
op de achterkant van de krant
en toen ik nog niet schrijven kon
voelde en dacht ik beelden vol
inkt op de palm van mijn hand.

Post-its, schriften en kladjes
op het treinkaartje naar Goes
en in de kantlijn van de gids
verhalen over ditjes en datjes
onleesbaar op een oude platenhoes
het is evenveel kunst als kitsch.

Ik sprankel als ik fantaseer en schrijf
dan voel ik het leven in mij stromen
openstaan voor die ene zin
alsof ik met woorden de liefde bedrijf
onbekende verhalen die uit mij komen
ik sta nog maar aan mijn begin.

De pen is mijn levenslijn
zodra ik het koele slanke plastic
in de vingers heb
ben ik van de wereld in mijn zijn
waar alles kan, mag en krijg ik een kick
alsof ik op een innerlijke televisie zap.

Spiritueel zijn


Vaak vragen mensen mij, hoe je spiritueel kunt zijn, alsof het een bezigheid is, zoals een studie, waar je bewust tijd voor vrij moet maken. Want ja, tarotkaarten leggen, pendelen of gidscontact is toch iets dat je jezelf aan moet leren. Zeker, maar dat geldt voor alle hulpmiddelen, met de nadruk op hulp. Het leuke is, iedereen kan het leren. Het zijn manieren om soms makkelijker in contact te komen met je ware zelf en de diepere zin, maar geen noodzaak.

Niet een enkeling met een gave, maar iedereen is spiritueel. Als je onder de oppervlakte kunt kijken van het dagelijks bestaan, van je werk of de wereld om je heen ga je anders zien, en dat is spiritualiteit. Door dingen anders te bekijken krijg je heel nieuwe inzichten, raak je geïnspireerd door het leven zelf.

Onderlinge verbanden worden zichtbaar, je komt in flow met jezelf en met wat je doet en tijd lijkt geen rol meer te spelen.
Er kunnen wonderlijke dingen gebeuren, omdat je overal de zin van begrijpt. Zelfs afwassen kan een spirituele ervaring zijn. Jij vindt het belangrijk om een gezellig en schoon huis te hebben, dat is dan jouw zin van afwassen, dat een onderdeel uitmaakt van dit grotere geheel: jezelf kunnen zijn en je thuisvoelen.

Er zijn niet een paar mensen die gaves hebben die jij niet hebt, er zijn een paar mensen die blindelings op hun gevoel en intuïtie durven te vertrouwen. Elk mens heeft alles bij zijn of haar geboorte meegekregen, alle gaves, elke vorm van energie en verschillende manieren van zien. Bedenk je daarbij dat je op veel meer dingen in je leven invloed kan uitoefenen dan je nu wellicht zou denken, dan ga je geloven in jezelf en je mogelijkheden. En dat is magie.

Invalshoek

Ik doe een inval
in een onbekende hoek
van mijn gedachten.

Jas aan de kapstok
en ik trek mijn schoenen uit
in de gedachtengang.

Klaterende stroom
spetterend word ik omringd
stortvloed van woorden.

Mooie volzinnen
hebben geen woorden nodig
lees maar in ogen.

vrijdag 23 april 2010

Wie ben ik?


Ik huil warme tranen om grote mensen zorgen, maar langzaam veranderen deze tranen in een rustgevende, zacht ruisende waterval, diep in een bos. Ik vergeet mijn verdriet en kom al lopend op een grote open plek omringd door een veld vol bloemen met ongelooflijke kleuren die als een zomerweide aan me voorbij trekt. De zon tekent een prachtige regenboog in het water, het rood-geel-oranje-paars sprankelt me tegemoet als vuurwerk en opslag ontstaat diep in mij een geluksgevoel.

Aan het eind van de boog loopt een klein blond meisje bloemetjes te plukken. Ze krijgt mij in de gaten, loopt naar me toe en zegt: ‘Hoi, ik ben Lieke, wie ben jij?’ Ik pak haar uitgestoken handje beet en antwoord: ‘Ik ben Lola, wat is het hier mooi’. ‘Je bent toch niet vergeten dat in dromen alles kan?’ vraagt Lieke vol ongeloof. ‘Nee’ zeg ik, ‘maar volwassenen vergeten vaak te dromen’. Met een brede lach geeft ze mij de grote bos sterk zoet geurende veldbloemen. Droom?! Ik voel de koelte van de bloemen en de prikkelende geur van lavendel dringt sterk in mijn neus, als in trance neem ik de reuk in mij op. Genietend sluit ik even mijn ogen.

‘Kijk wat ik kan’, zegt Lieke. Ze maakt een dansje zo licht als een veertje terwijl ze met een soepele hand beweging een wolk uit de lucht pakt. ‘Ga je mee Lola?’ ‘We gaan we bootje varen, stap maar op.’ Plots ben ik omringd met zachte dons waarin duizenden sterretjes twinkelen. Ben ik niet langer volwassen of zijn wij één en dezelfde persoon? vraag ik me af. Het lijkt niet langer van belang te zijn.

Lieke pakt mijn hand en we springen op de wolk. Ik zak diep weg in zacht pluche. Van een klein stukje wolk, dat ik met een streling van mijn vinger roze kleur, maak ik twee heerlijke suikerspinnen. Al snoepend stijgen we op en al gauw wordt het bos een klein stipje met meer kleuren groen dan ik ooit gezien heb. Volkomen één en stilzwijgend kijken we onze ogen uit. Mensen lijken op barbiepoppen, huizen op legosteentjes en we lachen tranen van plezier telkens als we tegen een andere wolk opbotsen, boem en baf en door zelf mee te bewegen tollen we op onze wolk in het rond.
‘Dag maan’ zegt Lieke.
Ergens, in een andere wereld, meende ik te weten dat het andere tranen waren… of misschien was dát mijn fantasie.

‘Kijk Lieke, ik kan het ook!’ roep ik verrukt. Alsof ik nooit anders gedaan heb vang ik met mijn handen een vallende ster die warm nagloeit. Na een poosje zegt Lieke: ‘Houd je van glijbanen?’ ‘Ja’ zeg ik, ‘hoe wilder hoe beter’! Lieke maakt een sierlijke handbeweging en vanuit het niets is er een enorme regenboog vanaf de wolk diep naar beneden. Eventjes wil ik nog niet van de zachte wolk af, het is heerlijk om zo van alles weg te zweven. Lieke pakt mijn hand en ik stap achter haar de glijbaan op en roetsj daar gaan we zigzaggend snel en schaterend naar beneden waar we met een zachte plof een beetje pijnlijk op het gras landen. Onze voeten zakken direct weg in het koele golvende water van het meertje. Hoog in de lucht staat de tijd heerlijk stil. Ik vraag me af of er ooit tijd geweest is en waarom tijd alleen in de grote mensen wereld belangrijk is. Intussen doen we een wedstrijdje: wie het hoogst met water kan plonsen en nu lopen er andere druppels over mijn gezicht.
Ik merk dat Lieke al een tijdje naar me kijkt en dan zegt ze met grote vragende ogen: ‘Je moet weg hé?’ Alles komt in mezelf in opstand, want ik wil nog helemaal niet weg. ‘Ja strakjes ga ik naar huis’, het is alsof iemand anders dat zegt.

En nog steeds houd ik de bloemetjes vast…terwijl de vaas die ik in de gootsteen onder de kraan heb gezet al tijden overloopt. Het gespetter? Schsss schssss het water waar het lamplicht doorheen schijnt is dat mijn waterval? Maar wie is Lieke dan? Ik ruik nog steeds haar frisse blonde haar en wiens bloemen heb ik eigenlijk beet? Hoe kunnen mijn handen zo kleven als ik geen suikerspinnen gemaakt heb?

Ik zweef nog steeds en betrap me erop, dat ik een wolk na kijk zo ver als ik kan en ik weet het zeker, ik zie het met mijn eigen ogen door mijn keukenraam heen: blonde krullen die achter een schattig meisje aan wapperen die staande op een wolk met twee handjes naar mij zwaait. Het blijkt opeens een weten te zijn: ik kan haar weer ontmoeten, op elk moment dat ik wil, als ik maar durf te dromen. Of zwaai ik nu een deel van mijzelf uit?

De tussenfase vol verwarring, ongeloof en numineuze ervaringen maakt zich van mij meester, het kost me de grootste moeite om van de ene in de andere wereld over te gaan. Sterker nog, iets in mij weigert te geloven dát het twee verschillende werelden zijn, we zijn alleen vergeten hoe deze werelden in onszelf te verenigen.

Ik schrik me een ongeluk, ik heb geen gevoel meer in mijn hand en het duurt even voor ik besef, dat mijn hand de hele tijd in het koude water van de vaas hangt. Ik zet de kraan uit, schik de bloemen en zet de vaas midden op de tafel. Ik hoor, ik zie, ik voel, nee dat kan niet maar toch, alles wat ik ervaar is toch werkelijkheid? Kleine felle twinkelingen, een briesje en zacht fluisteren: Lieke heeft haar plaats ingenomen op een grote lelie waarop ze heerlijk schommelt en met haar benen zwiert. Het stuifmeel wappert op en verandert in ontelbare twinkelende gouden zonnetjes die als confetti naar beneden vallen. ‘Hoi mijn kind’, zeg ik, ‘weet je dat wij eigenlijk Lolieka heten?’